Fabricage van leder

1. Ontharing van de ruwe huiden.
Een runderhuid is aan de buitenzijde geheel behaard. Aangezien deze behaarde zijde de bovenzijde van het meubelleder wordt dient deze zijde zorgvuldig gereinigd te worden, met chemische middelen wordt het haar losgeweekt en weggespoeld. Na deze behandeling is het leder geheel glad en wit van kleur.

2. Reinigen van de binnenzijde van de huid.

Aan de binnenzijde van de huid bevinden zich vetresten spierweefsels e.d.
Deze worden door middel van een schraapmachine verwijderd.

3. Het splitsen van het leder.
Een normale runderhuid is 4 tot 6mm dik. Om tot de gewenste dikte te komen van het meubelleder wordt de huid gesplitst in over het algemeen 3 delen. De minimale dikte van leder uit de bovenhuid bedraagd 0.9mm.
De onderlaag van de huid wordt gebruikt voor schoenzolen leder e.d.
De tussenlaag (de split) komt als suède of als bycast leder op de markt.

4. Het looien van leder.
Om het leder duurzaam te maken wordt het gelooid. Hiervoor bestaan verschillende processen zoals chroomgelooid en plantaardig gelooid.
Over het algemeen wordt chroomgelooid het meest toegepast.
Het principe houdt in dat de huiden door de inwerking van conserveringsstoffen houdbaar worden.

5. Tussencontroles.
Na het looien wordt de dikte van de huid via een schuurmachine (onderzijde) gecontroleerd.
Iedere huid wordt gecontroleerd met de hand en ingedeeld in verschillende kwaliteitsklassen.
50% van de huiden moeten worden gedekverfd (ze voldoen wel aan de kwaliteits eisen maar zijn dermate beschadigd (bovenhuid) dat verven noodzakelijk is).

6. Het drogen en walken van huiden.
De huiden worden gedroogd en verharden. Door middel van walken worden de huiden weer soepel. Walken is het machinaal kneden van leder.

7. Looiingsproces
De volgende handelingen moeten worden uitgevoerd voor de huiden verwerkt kunnen worden door een stoffeerderij of meubelproducent.

A. De huiden komen aan bij een looierij, deze zijn na het slachten over het algemeen verwikkeld met zout om vroegtijdig bederf te voorkomen en om vloeistoffen te binden.

B. De huiden gaan in grote trommels en worden als volgt behandeld – weken, - vellen, - ontharen, - ontvlezen – splitsen – ontkalken – pekelen – chroom looien – mangelen – pletten – neutraliseren – nalooien – verven – vetten – drogen – stollen – bewerken – eventueel opnieuw bewerken – en strijken. Ten slotte worden de huiden gespannen en opgemeten.